SV | En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israel van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas. |
WLC | וְלֹא־דִבֶּ֣ר יְהוָ֔ה לִמְחֹות֙ אֶת־שֵׁ֣ם יִשְׂרָאֵ֔ל מִתַּ֖חַת הַשָּׁמָ֑יִם וַיֹּ֣ושִׁיעֵ֔ם בְּיַ֖ד יָרָבְעָ֥ם בֶּן־יֹואָֽשׁ׃ |
Trans. | wəlō’-ḏiber JHWH liməḥwōṯ ’eṯ-šēm yiśərā’ēl mitaḥaṯ haššāmāyim wayywōšî‘ēm bəyaḏ yārāḇə‘ām ben-ywō’āš: |
En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israel van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israel van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!